Ik ben door "the God Delusion" van Dawkins aan 't bladeren, en van de vele
opmerkingen die in dat verband gemaakt kunnen worden geef ik zelf de
volgende:
- hierbij een uittreksel waarin Dawkins zelf het over
het onderscheid tussen de waarom-vraag en de hoe-vraag heeft:
“(...) It is a tedious cliché (and, unlike many clichés, it isn't even true) that science concerns itself with how questions, but only theology is equipped to answer why questions. What on Earth is a why question? Not every English sentence beginning with the word 'why' is a legitimate question. Why are unicorns hollow? Some questions simply do not deserve an answer. What is the colour of abstraction? What is the smell of hope? The fact that a question can be phrased in a grammatically correct English sentence doesn't make it meaningful, or entitle it to our serious attention. Nor, even if the question is a real one, does the fact that science cannot answer it imply that religion can.
Perhaps there are some genuinely profound and meaningful questions that are forever beyond the reach of science. Maybe quantum theory is already knocking on the door of the unfathomable. But if science cannot answer some ultimate question, what makes anybody think that religion can? I suspect that neither the Cambridge or the Oxford astronomer really believed that theologians have any expertise that enables them to answer questions that are too deep for science. I suspect that both astronomers were, yet again, bending over backwards to be polite: theologians have nothing worthwile to say about anything else; let's throw them a sop and let them worry away at a couple of questions that nobody can answer and maybe never will. Unlike my astronomer friends, I don't think we should even throw them a sop. I have yet to see any good reason to suppose that theology (as opposed to biblical history, literature, etc.) is a subject at all. (...)”
Volgens mij is met dit stukje de werkelijke discussie (zoals ik het begrijp, deze die als doel heeft een eerlijke uitwisseling van ideeën te bewerkstelligen) gesloten wegens gebrek aan voorwerp, tenzij voor wie geniet van de discussie omwille van de discussie. Dawkins betwijfelt nl. de legitimiteit van de waarom-vragen, en erkent dat hij deze vragen niet kan beantwoorden. Daarmee is de kous af voor wat betreft de bijdrage van Dawkins aan het debat: hij vindt de vraagstelling (dus het voorwerp) van religie niet interessant, en heeft zelf geen antwoord. Dat is zijn goed recht en ik betwist hem dat niet. "Religie" vindt deze vraagstelling wel interessant en biedt er ook een antwoord op, een en ander tot bevrediging van de meerderheid van de wereldbevolking (maar voor de opmerking die ik maak had één individu volstaan) die zich deze vragen wel stelt. Dat Dawkins er niet bij kan dat dit kan, of hoe dit kan, of waarom dit kan, of waarom een "wetenschapper" dat niet zou kunnen, en een theoloog wel, is zijn probleem, dat naar ik vrees, voorlopig niet zal opgelost worden. De rest is dovemansgesprek.
Terzijde toch nog een aantal opmerkingen:
(1) op geen enkel ogenblik verduidelijkt Dawkins wat hij bedoelt met "wetenschap" of definieert hij "wetenschap" of de wetenschappelijke methode. Ik merk op dat dit een immunisatiestrategie is. "Religie" (ik probeer de terminologie van Dawkins te volgen) doet - arguably - iets soortgelijks. Maar waar het taboe op de Godsdefinitie, - naam of -afbeelding geen afbreuk
doet aan "de religie", zoals beoordeeld in overeenstemming met "religieuze maatstaven", is dit wel een probleem voor "het Darwinisme" zoals beoordeeld met "wetenschappelijke maatstaven". Dit lijkt muggenzifterij maar heeft belang, en wel om volgende reden: ik meen dat het ganse betoog van Dawkins op geen enkele wijze beantwoordt aan de vereisten van de wetenschappelijke methode, of zelfs van de primitieve versie daarvan die Darwin zelf
hanteerde, en dit terwijl hij "de wetenschap", of liever, "het Darwinisme" inroept om "de religie" af te breken. Ik zeg in deze opmerking (1) niet dat zijn argumentatie per se onredelijk is (al is die dat wel), ik zeg dat ik betwist dat ze voldoet aan de vereisten van het (natuur)wetenschappelijk
onderzoek. Ik meen dat deze zelfde opmerking ook geldt voor de als evolutiepsychologie en evolutiefilosofie (alsook voor "Darwinisme" en "Gender Studies" etc.) gekende disciplines, dat het gaat om onbewezen en onbewijsbare theorieën, soms interessant, soms niet zonder waarde, maar niet "wetenschappelijk" sensu stricto, en vaak bedacht door mensen met meer tijd
dan werklust.
(2) Van alle denkfouten die Dawkins in het algemeen maakt is de fundamenteelste de materialistische petitio principii. Ik voeg hieronder in dit verband een tekstje van Schopenhauer in; ik heb de Nederlandse vertaling thuis maar vind die niet direct op het internet.
(3) Een laatste - opnieuw, wezenlijk irrelevante- opmerking met betrekking tot de nooddruft van de negerslaven. Onder de talloze uitspraken van Dawkins waar ik bedenkingen bij heb voor wat hun juistheid betreft (onder meer maar niet uitsluitend zijn opvatting dat katholieken voortdurend onder een verpletterend schuldgevoel gebukt gaan, dat de opvattingen van Jerry Falwell en Osama bin Laden op mondiale schaal representatief zijn voor deze van gelovige mensen in het algemeen of nog zijn kinderlijk begrip van wat de onbevlekte ontvangenis inhoudt) valt deze mij op:
"(...) Nor are Darwinians satisfied by political explanations, such as 'Religion is a tool used by the ruling class to subjugate the underclass.' It is surely true that black slaves in America were consoled by promises of another life, which blunted their dissatisfaction with this one and thereby benefited their owners. (...)".
- Zelfs als je ervan uitgaat dat wat hij schrijft feitelijk waar is, bevoordeelt die troost onmiddelijk de negerslaven zelf en slechts middelijk hun eigenaars, dit dus per hypothese Dawkinsi. Deze aanvulling is belangrijk omdat zo de onjuiste en bij wege van praeteritio vermelde stelling dat
religie een zuiver instrument is van oppressie, strekkende tot voordeel van de machtigen, ontkracht wordt. Tot daar mijn welwillendheid.
- Ik denk dat ik, vermoedelijk uit een reportage over Obama, eens heb bijgeleerd dat het christendom van de negerslaven net werd onderdrukt door de slaveneigenaars. Dit lijkt mij ook logischer. Ik herinner me nl. eveneens dat er wat protest was tegen het als met een ziel begiftigd beschouwen van slaven behorend tot andere ethnieën; dit maakt het nl. vanuit religieus
perspectief moeilijker verdedigbaar hen als slaven te behandelen. Daarnaast is de abolitionist movement voor zover ik weet in religieuze middens ontstaan en religieus geïnspireerd. (Founding father Jefferson, waar Dawkins voortdurend naar verwijst en in wie hij een atheïst vermoedt, had overigens zelf nogal veel slaven). Ook de zwarte burgerrechtenbeweging is doorheen haar korte geschiedenis en nu nog uitgesproken religieus (overwegend
christelijk, met een korte zijtak naar een eigen variant van de islam die opgeld maakte in de jaren zestig en zeventig), waarvan hier een mooie muzikale illustratie: http://www.youtube.com/watch?v=gtLcELU1brA. Ik vrees dat net zoals geldt voor de vrouwenrechten en de jodenvervolging door de nazi's, de geschiedenis ook hier ten nadele van het christendom wordt herschreven.
Jelle.
Uit de wereld als wil en voorstelling van Schopenhauer.
“The objective method [i.e. the method of philosophy which starts from the object and proceeds to the subject] can be developed most consistently and carried farthest when it appears as materialism proper. It regards matter, and with it time and space, as existing absolutely, and passes over the relation to the subject in which alone all this exists. Further, it lays hold of the law of causality as the guiding line on which it tries to progress, taking it to be a self-existing order or arrangement of things, veritas aeterna, and consequently passing over the understanding, in which and for which alone causality is. It tries to find the first and simplest
state of matter, and then to develop all others from it, ascending from mere mechanisms to chemistry, to polarity, to the vegetable and animal kingdoms. Supposing this were successful, the last link of the chain would be animal sensibility, that is to say knowledge; which, in consequence, would then appear as a mere modification of matter, a state of matter produced by causality.
“Now if we had followed materialism thus far with clear notions, then, having reached its highest point, we should experience a sudden fit of inexhaustible laughter of the Olympians. As though waking from a dream, we should all at once become aware that its final result, produced so
laboriously, namely knowledge, was already presupposed as the indispensable condition at the very first starting-point, at mere matter. With this we imagined that we thought of matter, but in fact we had thought of nothing but the subject that represents matter, the eye that sees it, the hand the feels it, the understanding that knows it. Thus the tremendous petitio
principii disclosed itself unexpectedly, for suddenly the last link showed itself as the fixed point, the chain as a circle, and the materialist was like Baron von Münchhausen who, when swimming in water on horseback, drew his horse up by his legs, and himself by his upturned pigtail. Accordingly, the fundamental absurdity of materialism consists in the fact that it starts
from the objective; it takes an objective something as the ultimate ground of explanation, whether this be matter in the abstract simply as it is thought, or after it has entered into the form empirically given, and hence substance, perhaps the chemical elements together with their primary combinations. Some such thing it takes as existing absolutely and in itself,
in order to let organic nature and finally the knowing subject emerge from it, and completely to explain these; whereas in truth everything objective is already conditioned in such manifold ways by the knowing subject with the forms of its knowing, and presupposes these forms; consequently it wholly disappears when the subject is thought away.
“Materialism is therefore the attempt to explain what is directly given to
us from what is given indirectly. Everything objective, extended, active,
and hence everything material, is regarded by materialism as so solid a basis for its explanations that a reduction to this (especially if it should ultimately result in thrust and counter-thrust) can leave nothing to be desired. All this is something that is given only very indirectly and
conditionally, and is therefore only relatively present, for it has passed through the machinery and fabrication of the brain, and hence has entered the forms of time, space, and causality, by virtue of which it is first of all presented as extended in space and operating in time. From such an indirectly given thing, materialism tries to explain even the directly given, the representation (in which all this exists), and finally the will, from which rather are actually to be explained all those fundamental forces which manifest themselves on the guiding line of causes, and hence according to law. To the assertion that knowledge is a modification of matter there is
always opposed with equal justice the contrary assertion that all matter is only modification of the subject's knowing, as the subject's representation.
“Yet at bottom, the aim and ideal of all natural science is a materialism wholly carried into effect. That we here recognize this as obviously impossible confirms another truth that will result from our further consideration, namely the truth that all science in the real sense, by which
I understand systematic knowledge under the guidance of the principle of sufficient reason, can never reach a final goal or give an entirely satisfactory explanation. It never aims at the inmost nature of the world; it can never get beyond the representation; on the contrary, it really tells
us nothing more than the relation of one representation to another.”
— Die Welt als Wille und Vorstellung, vol. I §7 (tr. E.F. J. Payne)
zondag 22 februari 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)